Na die dag was ik niet zomaar een toeschouwer meer. Ik was vastbesloten om iets te doen. Wat dan ook. Dus ik begon elke ochtend onder de douche met een gebed voor mijn moeder. Hoewel ik oprecht bij de genezing van moeder betrokken wilde zijn, waren mijn gebeden rommelig. Ik verloor mijn concentratie telkens al na enkele seconden. Ik realiseerde me ook dat ik geen persoonlijke verbinding had met de ontvanger van mijn gebeden; op een klungelige manier richtte ik mijn gebeden tot "de God van mijn moeder".
Rond deze tijd sprak mijn vrouw Debra haar verlangen uit om samen als gezin de kerk te gaan bezoeken. We hadden indertijd twee kleine jongens en ze vond het belangrijk dat wij als gezin een gemeenschappelijke morele en godsdienstige basis zouden hebben. Ik wist dat Deb een "spiritueel" mens was en ik had haar wat dat betreft altijd gewoon haar gang laten gaan. Maar zij had jarenlang geduldig gewacht op deze mogelijkheid om mijn hart met deze vraag te raken. Ik waardeerde haar idee en ik zegde toe dat ik (nu en dan) deze gezinsactiviteit zou ondersteunen. Deb vond een grotere kerk, Saddleback Church genaamd, die zich vooral op zoekenden richtte. De kerk was zo groot dat ik gemakkelijk onopgemerkt in de menigte zou kunnen opgaan.
Terwijl onze bezoeken aan Saddleback Church een gewoonte werden, ontdekte ik iets merkwaardigs. Ik kon nu voor mijn moeder te bidden zonder mijn concentratie te verliezen - zonder afleidingen, zonder financiën, zonder "niet vergeten" lijstjes in mijn hoofd. Ik begreep niet waarom, maar deze plek had iets bijzonders. Het gevoel was zo opmerkelijk dat ik zelfs af en toe zomaar een gebedje uitsprak op mijn weg naar huis van het werk. Natuurlijk was de boodschap van de voorganger voor mij nog steeds niets meer dan "mythologie", maar het gevoel dat ik had en de manier waarop ik me kon concentreren waren desalniettemin goede dingen.
Toen werd onze kerk bezocht door een gastspreker, Lee Strobel. Hij was een advocaat, aan Yale opgeleid, en een journalist voor de Chicago Tribune. Hij beweerde dat het geloof in de God van de Bijbel werkelijk op feiten is gebaseerd. Hij was jarenlang een uitgesproken atheïst geweest en ik kon mij daarom meteen met hem vereenzelvigen. Lee was een juridisch journalist die veel onderzoek uitvoerde. Hij had een analytisch denkvermogen. Aanvankelijk wilde Lee bewijzen dat de Bijbel en het verhaal over Jezus verzonnen waren, door al het bewijs te verzamelen en zo een "mentale rechtszaak" te houden. Maar dit jarenlange onderzoek had Lee zelf naar Christus geleid en de resultaten van zijn onderzoek vormden de basis voor zijn bestseller "The Case for Christ" (in het Nederlands: "Bewijs genoeg...").
Ik stond werkelijk versteld dat een geestelijk geloof werkelijk door feitelijk bewijsmateriaal kon worden ondersteund. Dit was niet zomaar een "Jezusfreak" die een of andere buitenaardse reden nodig had om zich door het leven te worstelen; dit was een intellectuele, door succes gedreven man die op pad was gegaan om zijn "geloof" in het atheïsme te bevestigen! Lee kon op die ene dag alleen maar wat hoofdzaken aanstippen, maar dat was genoeg om vragen in mij op te roepen die ik meer dan twintig jaar onbeantwoord terzijde had geschoven.
Deb vatte de koe bij de hoorns en vertelde mij over een cursus voor sceptici die in Saddleback Church zou worden gegeven. De cursus zou in een vlot tempo door een aantal deskundigen worden geleid, over een periode van vierenhalve maand. Deb gebruikte deze gelegenheid om mijn verstand uit te dagen. Volledig in de geest van Lee Strobels onderzoekende aanpak nam ik deze uitdaging aan.
In die maanden werd ik volledig verrast door het aangevoerde bewijsmateriaal en ik doorliep de hele cursus. Het gevolg was dat ik als een razende op zoek ging naar meer informatie. Ik bestudeerde de Bijbel als een "intellectuele oefening". Ik dook in de geschiedenis, oude manuscripten, archeologie, geologie, paleontologie, kosmologie, profetie, statistieken en vergeleek de verschillende wereldgodsdiensten met elkaar. Na zes maanden van intensieve studies voelde ik hoe de intellectuele barrières tussen mij en het Christendom verbrokkelden.
Niet veel later veranderde mijn nieuw opgedane kennis in een levensveranderend GELOOF. Op Moederdag in het jaar 2000 gaf ik mijn leven volledig over aan Christus, met de steun van mijn vrouw en met mijn dierbare moeder aan mijn zij. Op die dag werd mijn vrouw mijn geestelijke partner. Op die dag werd mijn moeder mijn geestelijke mentor. Op die dag werden de gebeden verhoord die mijn moeder twintig jaar lang geduldig voor haar verloren zoon had gebeden. Op die dag werd zin en inhoud gegeven aan mijn moeders pijnlijke ervaring met kanker.
Copyright © 2002-2021 AllAboutHeart.org, Alle rechten voorbehouden